Vijf keer de sociale netwerkeconomie in beeld

Gluren bij de buren

 

Waaruit bestaat de sociale netwerkeconomie? Welke goede voorbeelden zijn er al en bij wie kunnen we inspiratie opdoen? Vijf deelsessies uitgelicht.

 

Workshop VSO en Praktijkonderwijs op de agenda

‘Bundeling van krachten’

 

Leerlingen uit het VSO en het Praktijkonderwijs aan werk helpen: een onmogelijke opgave? Zeker niet. SW-bedrijven kunnen daarin een belangrijke rol spelen. In opdracht van Cedris en SBCM is een handreiking voor SW-bedrijven in de maak. Een inspirerend praktijkvoorbeeld geeft alvast een voorschot op de toekomst.

 

Miranda Grootscholte, projectleider SBCM: “De meerwaarde van de SW-bedrijven schuilt natuurlijk in de ervaring met de doelgroep, hun netwerk en de begeleiding. Laat je als SW-bedrijf aan de Praktijkscholen zien en zoek naar een gemeenschappelijk belang.”

 

Miranda Grootscholte: “Sommige SW-bedrijven kennen de doelgroep onvoldoende. Ze worstelen met die twee culturen in huis: enerzijds de jongeren met gedragsproblemen en anderzijds de kwetsbare, oorspronkelijke doelgroep. Wees je daarvan bewust en ga hierover in gesprek met de school.”

 

Femmia Haverkamp, manager Projecten Wedeka: “In Oost-Groningen hebben we vijf Training- en Diagnosecentra opgericht. Zeven gemeenten werken samen met de SW-bedrijven, UWV, scholen en werkgevers om alle doelgroepen van de Participatiewet aan werk te helpen. Het is een bundeling van krachten.”

 

Femmia Haverkamp: “De werkzoekende stelt zelf, zonder professional, zijn digitale portfolio op. ‘Waar ben ik goed in? Wat wil ik?’ Werkgevers met een vacature kunnen met hulp van een tussenpersoon op zoek naar de juiste match.”

 

Femmia Haverkamp: “In Groningen is wel werk, maar geen matching. Daarom investeren we in opleidingen en het ontwikkelen van vaardigheden. Met simpele handreikingen kom je heel ver.”

 

 

 

 

 



De Social Impact Market

Een snelle en sociale match

 

De Social Impact Market is bedacht voor bedrijven die social return of de banenafspraak op een sociaal ondernemende manier willen invullen. Leonoor den Ottolander van de Social Impact Factory vertelt over het initiatief en de mogelijkheden die het biedt: een snelle match tussen vraag en aanbod.

 

Leonoor den Ottolander: “Wij verbinden lokale en landelijke organisaties met elkaar, die zich inzetten om maatschappelijke en financiële waarde te creëren voor mens en milieu. Sociaal inkopen moet een win-win-win situatie zijn. Dat is ons streven.”

 

Deelnemer 1: “Er zitten ik weet niet hoeveel mensen in kaartenbakken. Die kaartenbakken zouden wagenwijd open moeten staan, maar er zitten allemaal systemen tussen. We moeten de verbinding zoeken tussen de verschillende partijen.”

 

Deelnemer 2: “Mij valt op in deze discussie, dat we steeds op zoek zijn naar nieuwe manieren van werk. Volgens mij heeft de arbeidsmarkt juist afstand tot de mensen, in plaats van andersom. Vanuit het bestaande systeem denken gaat ons niet voldoende opleveren.”

 

Leonoor den Ottolander: “Onze Social Impact Market combineert vraag en aanbod. Aan de vraagzijde kunnen bedrijven zich aanmelden als partner, sociale ondernemers kunnen zich aan de andere kant melden en een aanbod plaatsen. We kijken naar online matches. Zo versnellen we het contact.”

 

Deelnemer 3: “Ik heb kennelijk dertig jaar op een asociale manier winst gemaakt, nu wil ik op een sociale manier winst maken. Zowel voor het milieu als voor de mensen aan de rand van de arbeidsmarkt. Ik ga kijken hoe ik dat kan doen.”

 

 

 

 

 


Hoe word je tweebenig?

Over innovatie en ondernemerschap in grote (SW) organisaties

Met hoofd en hart

 

Bedrijven willen snel en ondernemend inspelen op maatschappelijke kansen. Bestaande structuren, kaders en werkwijzen vormen daarvoor een remmende factor. Vernieuwende initiatieven komen sneller tot stand in netwerken van betrokken mensen. Hoe combineer je bestaande structuren met die flexibele netwerken?


Ageeth Telleman, managing partner Twynstra Gudde Overheid en Organisatie: “Vraag een voetballer naar het voordeel van tweebenigheid en hij zegt: ‘Je kunt naar twee kanten draaien. Zo vergroot je je speelveld’. Anders gezegd: je hebt meer opties. In de organisatiekunde gebruiken we tweebenigheid om te zeggen dat je flexibel én efficiënt bent.”


Een deelnemer: “Als we moeten kiezen tussen uitproberen of nadenken, kiest bijna iedereen de uitprobeerhoek. Als je gaat denken ben je bijna een outcast. Ik heb te veel mensen zien proberen zonder stil te staan.”

Hanna Blomaard, adviseur bij Twynstra Gudde Overheid en Organisatie: “Als burger zeggen we: ‘Laat ons los. Sta niet in de weg. Haal die paarse krokodillen weg’.

Maar de burger zegt ook: ‘Ga zuinig om met ons belastinggeld en neem geen risico’s’. We willen ruimte voor onszelf en voorzichtigheid van de ander.”

 

Ageeth Telleman: “Binnen de organisatie kijkt de een naar rechtmatigheid, de ander naar oplossingen. Beide waarden zijn nodig in een organisatie. Of je kiest voor flexibiliteit of efficiëntie hangt steeds vaker af van de situatie.”


Hanna Blomaard: “Sociale netwerken zijn slimmer en sneller en de hiëarchie is in control.”

 

Ageeth Telleman: “Er zijn mensen nodig die zeggen: ‘Voor deze persoon zet ik me in’. Als ze met hoofd en hart verbonden zijn aan de opgave maken ze er tijd voor vrij.”

 

 

 

 

 


ACE Integraal Netwerkmodel: natuurlijk meedoen, meedoen loont!

‘Eerst verbinden, dan activeren’

 

Het ACE Integraal Netwerkmodel wil een nieuwe structuur bouwen, waarin het talent en de waarde van werkzoekenden centraal staan. Tegelijkertijd is winst te behalen voor deelnemende werkgevers en is de vraag leidend is. Meedoen moet natuurlijk zijn, vindt Andreas van den Goorbergh.

 

Andreas van den Goorbergh, directeur Human Business Support: “Als je doet wat je altijd doet, krijg je wat je altijd al hebt. Is er een mogelijkheid voor verandering? Dan moet je niet de resultaten centraal zetten, maar de verandering. Dan krijg je pas échte resultaten.”

 

Deelnemer: “Lukt het om werkgevers om tafel krijgen in de eerste fase?”


Andreas van den Goorbergh: “Werkgevers redeneren makkelijk. Haal ik er winst uit? Rendement of continuïteit? Het is belangrijk om onderwerpen te presenteren die hen aangaan en ze een platform te bieden waar ze resultaat uit kunnen halen.

Werkgevers betalen geld om deel te nemen. Ze willen hun geld terugverdienen en komen daarom aan tafel. En wij hebben daardoor de middelen om direct professioneel door te ontwikkelen.”


Deelnemer: “Er zijn toch meer netwerken die dit doen?”


Andreas van den Goorbergh: “Er zijn vele netwerken, maar die zijn vaak sectoraal of heel vrijwillig georganiseerd. Door werkgevers bij elkaar te brengen hebben we de vraag in beeld, daarna is het maatwerk. Iedere werknemer kan samen met zijn begeleider een eigen weg uitstippelen binnen het toegekende budget. Mensen bepalen zelf hun doelen, maar wij zitten erachteraan. Eerst ontmoeten en verbinden en dan activeren.”

 

 

 

 

 


Samenwerking Weener XL en Zayaz

‘Je kunt volop werk creëren’

 

Veel huurders hadden wel een huis, maar geen dagbesteding. Deze constatering was voor woningcorporaties Zayaz en Weener XL uit Den Bosch aanleiding om de handen ineen te slaan. Hun ambitie: binnen vijf jaar honderd mensen via social return aan het werk helpen bij leveranciers van Zayaz. En dat is meer dan gelukt.

 

Janine van Heertum, projectleider Maatschappelijke Ontwikkeling Zayaz: “Onze leveranciers, zoals schilders en onderhouds- en bouwbedrijven, koppelen we aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat eigenlijk altijd prima. Dreigt het mis te gaan, dan voeren we op tijd een goed gesprek.”

 

Joyce de Vaan, coördinator social return Weener XL: “We organiseren van alles om die match tot stand te brengen. Speeddates tussen werkgevers en werkzoekenden, leveranciersbijeenkomsten, masterclasses tussen SW-bedrijven en woningcorporaties. Dat werkt uitstekend.”

 

Janine van Heertum: “We plaatsen nu jaarlijks 75 SW’ers, 100 WWB’ers, 125 jongeren, 25 mensen vanuit het UWV en 75 medewerkers via diensten. Dat is toch ongelooflijk? Je kunt zo veel werk creëren. Bouwbedrijven staan bijvoorbeeld enorm open voor functiecreatie.”

 

Janine van Heertum: “Oudere mensen raken vaak in de war door een renovatie. Een SW’er vangt ze nu op in een speciale opvangplek. Dit blijkt een fantastische constructie waar iedereen baat bij heeft.”

 

Joyce de Vaan: “Na de invoering van de Participatiewet veranderde er het een en ander. Daarom werken we nu met de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO). Als een bedrijf op de PSO op niveau 2 functioneert, hoeft het op projectniveau niet meer aan social return te doen. Het Werkbedrijf heeft dat erg gestimuleerd.”