Nieuwsbrief voor medewerkers en partners van VRHM  // 12 november 2019

Nieuwsbrief > Deelproject ‘Configuratie brandkranen’

 

Deelproject ‘Configuratie brandkranen’

Drinkwaterbedrijven, gemeenten en brandweer werken aan een hoger doel

 

Het deelproject ‘Configuratie brandkranen’ is een schoolvoorbeeld van hoe verschillende partijen met oog voor elkaars belangen vruchtbaar samenwerken aan een gezamenlijke (maatschappelijke) opgave. Jaap Verlare (gemeente Nieuwkoop) en Joop Uitterhoeve (BHM) vertellen over de ins en outs van deze bijzondere exercitie, met als uiteindelijke doel om tot een toekomstbestendige bluswatervoorziening te komen.

 

Drinkwaterbedrijven zijn sinds begin deze eeuw bezig met de invoering van zelfreinigende netten, die nodig zijn om de drinkwaterkwaliteit te blijven garanderen. Dat betekent dat de waterleidingen een kleinere diameter krijgen om ‘aangroei’ te voorkomen, met nog maar één stroomrichting.

Brandweer Hollands Midden maakt sinds jaar en dag gebruik van bluswater dat geleverd wordt door middel van brandkranen die zijn aangesloten op het drinkwaterleidingnet. Daar waar de nieuwe waterleidingen een kleinere diameter krijgen, kan er in de toekomst niet altijd meer een brandkraan op aangesloten worden. Maar hoe garanderen we dan toch nog een toekomstbestendige bluswatervoorziening? Een zaak die de waterleidingbedrijven en de brandweer raakt, maar zeker ook de achttien gemeenten binnen de VRHM. Gemeenten zijn immers verantwoordelijk voor een goede bluswatervoorziening en zij zijn aandeelhouder van de drinkwaterbedrijven.

 

Configuratie brandkranen

Op verzoek van alle betrokken partijen heeft VRHM in 2016 een projectorganisatie ingericht die alle vraagstukken die dit met zich meebrengt in kaart heeft gebracht en met voorstellen voor oplossingen is gekomen. De implementatie gebeurt via drie deelprojecten die tegelijkertijd plaatsvinden (zie kader).

Een daarvan is het deelproject ‘Configuratie brandkranen’. Immers: zeker is dat de brandweer het, gezien de nieuwe ontwikkelingen, in de toekomst met minder brandkranen zal moeten doen. Maar met hoeveel precies? En hoe dan? Jaap Verlare: “Nu is er standaard nog een brandkraan tot op veertig meter vanaf een bouwwerk. In de nieuwe situatie gaan we vaker werken met brandkranen die tot op honderd meter afstand van een bouwwerk liggen. Maar in welke situaties is dat mogelijk en verantwoord? Wanneer juist niet? Die exercitie gaan we met elkaar maken voor pakweg alle 22.000 brandkranen, verspreid over de achttien gemeentes van binnen de VRHM.”

 

Digitale tool

Om straks de juiste keuzes te kunnen maken, wordt inmiddels al proefgedraaid in twee pilotgemeenten: het stedelijke Leiden en het landelijk gelegen Nieuwkoop. Joop Uitterhoeve: “In deze gemeenten bepalen we welke brandkranen de brandweer in de toekomst blijft gebruiken en welke er weg kunnen. Situationeel bepaald brengen we dat met elkaar in kaart: met mensen van de brandweer, van de gemeente en van het drinkwaterbedrijf. Daarvoor leveren ambtenaren van de gemeente allerlei informatie over de verschillende gebouwtypen, de drinkwaterbedrijven leveren kaarten met de locaties van de brandkranen. En de brandweer geeft aan wat vanuit het oogpunt van brandweerzorg noodzakelijk is. Bijvoorbeeld welke brandkranen op veertig meter afstand moeten blijven liggen, omdat de situatie daarom vraagt. In de buurt van een kinderdagverblijf  of peuterspeelzaal, om maar wat te noemen, waar bij een calamiteit een afwijkende bluswaterbehoefte is.”

Al deze informatie wordt bij elkaar gebracht in een ingenieuze digitale tool. Jaap: “Je moet je daarbij voorstellen dat alle informatielagen over elkaar worden gelegd, uit diverse bronnen. Daarna kunnen we bij wijze van spreken per brandkraan aanvinken of hij moet blijven of weg kan.”

 

Informatieoptimum

Onlangs hebben GIS-specialisten van de gemeenten Leiden en Nieuwkoop, medewerkers van de drinkwaterbedrijven Dunea en Oasen en vertegenwoordigers van Brandweer Hollands Midden al een middag lang met deze digitale tool geoefend. Joop: “Doel was uit te zoeken welke informatie we nog missen om de juiste afwegingen te maken. Een vingeroefening waaruit gebleken is dat we op de goede weg zijn, maar dat er nog wel wat huiswerk te doen is. Zo is het essentieel dat we het juiste informatieoptimum vinden tussen te veel en te weinig informatie. Want bij een overkill aan informatie zie je in stedelijk gebied al snel door de bomen het bos niet meer. Daar moeten we nog goed naar kijken.”

 

‘Speciaaltjes’

Ook Jaap ziet nog wel wat verbeterpunten. “We kunnen de basis prima halen uit alle informatielagen die er nu liggen. Maar wat doen we met wat wij ook wel ‘speciaaltjes’ noemen? Met woonbestemmingen of industriegebieden die een afwijkende bluswaterbehoefte hebben? Hebben we alle informatie daarvoor bij elkaar? Weten we die goed genoeg te detecteren? Moeten we daarvoor wellicht de operationele objectinformatie van de brandweer koppelen aan de GIS-applicaties die nu voorhanden zijn? Daar moeten we nog goed naar kijken.”

Als de tool uiteindelijk gereed is, dan kan de brandkranenexercitie in alle gemeenten binnen de VRHM uitgevoerd worden. Joop: “We doen dat in vier clusters tegelijk. Als alles volgens plan verloopt gaat dat vanaf januari 2020 gebeuren en hebben we eind april alle gemeenten geanalyseerd. Daarna weten we voor de gehele veiligheidsregio hoeveel brandkranen er nodig zijn voor een toekomstbestendige bluswatervoorziening.”

 

Samenwerkingszin

Ongeacht de uitkomst is nu al duidelijk dat het project een mooi voorbeeld is van samenwerking tussen verschillende partijen, met de focus op een hoger doel. In dit geval: een toekomstbestendige bluswatervoorziening. Jaap: “Het was best even zoeken aan het begin, maar inmiddels kennen we elkaars belangen en zijn we allemaal bereid om water bij de wijn te doen als dat het grotere belang ten goede komt. Dat is heel waardevol.”

Ook Joop roemt de samenwerking in het deelproject: “Er is veel samenwerkingszin. We voelen met elkaar de verantwoordelijkheid om dit goed op te pakken en dat leidt tot een beter eindresultaat. De samenwerking zorgt er bovendien voor dat vooroordelen die over elkaar bestaan verdwijnen. Ik vind dat mooi om te zien en hoop dat dit ook navolging krijgt in de toekomst. Zodat we elkaar ook op andere onderwerpen beter weten te vinden als de situatie daarom vraagt.”

 

Tijdens de recente ‘oefendag’ voor ambtenaren van de gemeenten Nieuwkoop en Leiden, medewerkers van de drinkwaterbedrijven en van Brandweer Hollands Midden konden deelnemers ook zelf ervaren wat het is als een brandkraan niet meer standaard op 40 meter, maar soms tot op honderd meter van een bouwwerk is gelegen.

 

 

Dit zijn de andere projecten

 

Het project ‘Configuratie brandkranen’ maakt onderdeel uit van drie samenhangende projecten die samen moeten leiden tot een toekomstbestendige bluswatervoorziening in VRHM. Dit zijn de andere twee:

 

Deelproject Convenant

In dit deelproject wordt een modelconvenant ontwikkeld, met daarin precies vastgelegd wie voor welke werkafspraken verantwoordelijk is. Dat gaat vervolgens ter ondertekening naar alle colleges van B&W van de afzonderlijke gemeentes.

 

Deelproject WTS met tank

Dit deelproject richt zich op het ontwikkelen van een ‘gestapeld’ concept van bluswatervoorzieningen. Wat is er extra aan materieel nodig als brandkranen niet meer op veertig maar tot op honderd meter afstand van een bouwwerk liggen? Daarvoor wordt in 2021/2022 op drie kazernes een pilot gedaan met voertuigen met een watertransportsysteem (WTS) met tank. Met slangen van 500 meter. Idee is deze WTS’en slim in de regio in te zetten. Na afloop van de pilotperiode zal worden vastgesteld wat precies de behoefte is: of de brandweer uitkomt met drie van deze voertuigen of dat er misschien nog meer nodig zijn.

<

>