[ FRINGE MEETINGS ]
KEYNOTE
SPEAKER
MAARTEN HAJER
‘De toekomst vorm je met verbeelding’
We leven in tijden van transitie. De toekomst is ongewis, op allerlei gebieden. Hoewel de tijd van blauwdrukken achter ons ligt, moeten we wél nadenken over de toekomst. “Kunst kan het niet gedachte denkbaar maken”, zegt Maarten Hajer.
Een professor die nadenkt over steden als keynote speaker tijdens een cultuurcongres? Een beetje ongewoon misschien, maar het kan. Maarten Hajer, faculteitshoogleraar Urban Futures aan de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht, heeft creatievelingen nodig om de toekomst van steden te schetsen. Daarmee breekt hij een lans voor maatschappelijke betrokkenheid van de cultuursector. Tegelijkertijd vraagt hij de maatschappij zich te laten inspireren door het werk van creatieven. Met die gedachte is zijn podiumplek bij Cultuur in Beeld wel weer logisch.
Toekomst vanuit carrousel
Vroeger, ja toen kon je de toekomst nog voorspellen. Bij de Wereldtentoonstelling in New York in 1939 had General Motors een paviljoen laten bouwen door Norman Bel Geddes. In dit Futurama speculeerde hij hoe de samenleving er in de toekomst, in 1960, zou uitzien. Het Futurama was een enorme maquette, die de nieuwe stad verbeeldde met eindeloze highways tussen wolkenkrabbers. Een stad gebouwd voor auto’s. Vanuit een soort carrousel zagen toeschouwers ‘the future’.
Maar anno 2015 leven we in een wereld in transitie, op allerlei gebieden. Hajer: “Er heerst radicale onzekerheid. Daar kunnen we niet mee omgaan. We moeten de toekomst opnieuw uitvinden. We missen de taal, we missen de beelden, we missen de voorbeelden. Daarvoor hebben we verbeelding nodig.”
Gelijkenissen
Die verbeelding komt bijvoorbeeld uit Hollywood. Zo toont de film Elysium – in 2013 gemaakt – een toekomst in 2158 met een tweedeling tussen rijk en arm, goede en slechte buurten, vluchtelingenstromen, robotisering. Hajer: “Die toekomst uit Elysium toont opmerkelijke gelijkenissen met het heden met z’n gescheiden werelden. Gated communities vormen het hoofdmodel in stedelijke ontwikkeling.”
De ontwikkeling van steden is een somber verhaal, vooral omdat we slecht leren van fouten uit het verleden, aldus Hajer. Hij zoekt naar nieuwe manieren om steden leefbaar te maken. En dat betekent niet het bestaande efficiënter maken. Of smart cities bouwen: steden die je volstopt je met allerlei elektronica en rekenmodellen, waardoor van alles kan worden gereguleerd. Dat wekt de schijn van controleerbaarheid, aldus Hajer. Hij kiest voor een rigoureuze oplossing. “We moeten smart technology reconfigureren. En dat begint bij verbeelding.”
Bypass
En daar heeft iedereen zijn rol in. “Wat wij hier doen, bepaalt de toekomst. Die is gebaseerd op bepaalde verbeeldingen die je organiseert. De cultuursector moet ons uit ons vaste denken halen. Laten zien dat het normale bijzonder is. Het nog niet gedachte denkbaar maken. Het nog niet zichtbare zichtbaar maken. Maak cross-overs. Gebruik ontwerpstudio’s om eigen imaginaries te verbinden. Gebruik het experiment als dienst naar de toekomst.”
Een belangrijk element daarbij is ontmoeting. Hajer: “Interessant aan cultuur is dat het niet direct is. Cultuur bevindt zich tussen mensen en politiek in. Zo kan cultuur werken als bypass om belangen heen. Zo vermijd je het gevecht en heb je een mooi instrument voor integratie en het werken aan de toekomst.”
REACTIE DEELNEMER
Egbert Fransen
Pakhuis de Zwijger
Met zijn bedrijf Mothership staat Jeroen Everaert op het kruispunt van cultuur en bedrijfsleven. Hoe verenig je die twee werelden eigenlijk met elkaar?
1. Goed. Wie is Jeroen Everaert?
“Ik ben kunstenaar én ondernemer. In 2005 richtte ik het bedrijf Mothership op dat bemiddelt tussen kunstenaars en opdrachtgevers. Belangrijkste wapenfeit: de schilderingen in de Markthal in Rotterdam. Grootste drijfveer? Meer mensen van kunst laten genieten. Kunst is voor iedereen.”
2. Je hebt je ontwikkeld van kunstenaar tot ondernemer. Hoe ging dat?
“Ik wilde altijd naar de kunstacademie. Maar ja, ik ben een zoon van Jehova’s Getuigen. Dat mocht dus niet. Voordeel was wel dat ik het vak van verkoper al vroeg leerde. Na mijn werk in de bouw, ben ik ‘s avonds toch naar de academie gegaan. De periode erna, als kunstenaar, was helaas de zwartste van mijn leven. Het is een heel eenzaam vak. Ik heb de twee werelden uiteindelijk gecombineerd.”
3. Hoe verkoop je ‘jouw kunstenaars’?
“Kijk, ik ben nogal een slet. Ik loop alle feestjes af. Ga naar de golfbaan en netwerkborrels. Ik sla de brug tussen de kunstenaar en de opdrachtgeverswereld. Puur om kunst dichter bij de mensen te brengen. Er zijn nog maar weinig partijen die dit doen. Terwijl er toch echt veel kansen liggen.”
4. Hoe selecteer je kunstenaars?
“Mothership heeft inmiddels een mooi palet aan kunstenaars. Die selecteren we zelf. Dat past bij mijn missie om zoveel mogelijk mensen van kunst te laten genieten. Kan een grote groep hiervan genieten? We zoeken kunstenaars die creëren vanuit het hart. Dat is het criterium: worden we zelf ook geraakt? We willen dat mensen kunst begrijpen, maar tegelijkertijd leveren we altijd kwaliteit. Niet op Jip en Janneke-niveau communiceren dus.”
5. Hoe verhoud je je als bedrijf tot het cultuurbeleid?
“Ik ben fan van subsidies, maar ik denk dat er te veel mensen van eten. De kunstwereld kan meer leren van ondernemers. Er zijn echt meer wegen die naar Rome leiden. Zelf heb ik nooit gebruikgemaakt van subsidies. Mijn idee is om als fonds een vast bedrag aan een instelling te geven. Zeg daarna: ‘We hebben volledig vertrouwen, zoek het maar uit.’ Als je als instelling dat vertrouwen krijgt, wil je dat nooit beschamen. Dus je bent alleen maar tijd kwijt aan inhoud. Mooi toch?”
6. En… plannen voor de toekomst?
“Ik wil graag de Joop van de Ende van de kunsten worden!”
6 vragen aan Jeroen Everaert
Totale cross-over
“De verbeelding waar Hajer op doelt, vind je volgens mij niet in de klassieke kunst- en cultuurinstellingen. Meer in de randen waar creatieven bezig zijn, die niet denken in het onderscheid tussen vrije kunst en toegepaste kunst. Het is spannend waar de totale cross-over wordt gemaakt. Dat gebeurt in vrijplaatsen en broedplaatsen. Voor musea en cultuureducatie is mijn oproep: laat niet alleen het verleden zien, maar verbindt dat verleden met wat er maatschappelijk gaande is.”