De vijfde en laatste landelijke bijeenkomst van Perspectief op Werk (PoW) vond plaats op 15 maart 2021. Gezien de coronacrisis was dat een online bijeenkomst, geleid door dagvoorzitter Minchenu Maduro. Het centrale thema van de bijeenkomst was de borging van Perspectief op Werk. Want het programma komt tot een eind, maar hoe zorgen we er met elkaar voor dat Perspectief op Werk een structureel effect krijgt?
158 Werkzoekenden uit Twente hebben als zogenaamde ‘Medewerker Mooie Dag’ een baan gevonden in de zorg. Het betreft mensen met een lastige positie op de arbeidsmarkt (gemeentelijke doelgroep/bijstandsgerechtigden, statushouders, zij-instromers). Zij geven invulling aan een nieuw gecreëerde functie, waarin zij samen met multidisciplinaire teams zorgen voor ‘een mooie dag’ voor cliënten in de zorg.
“In het begin was het even zoeken naar de juiste rol voor de Medewerker Mooie Dag binnen de organisatie, maar de toegevoegde waarde wordt steeds duidelijker”, aldus Manon Schrage, werkzaam bij Stichting Livio. Dat werk bestaat uit cliënten van de stichting een mooie dag bezorgen, door hen net even dat extra stukje aandacht te geven. Aandacht waarvoor de tijd in de zorgteams nu vaak ontbreekt. Bijvoorbeeld door samen even een uitstapje te maken naar het winkelcentrum, of een wandeling te maken. Cliënten varen er wel bij.
Voor de betaalde functie is een vooropleiding in de zorg niet verplicht. Maar om medewerkers wel de juiste kennis en ondersteuning te bieden is in samenwerking met het ROC van Twente, Graafschap College, de gemeente Enschede en collega-zorgorganisaties in Enschede, een speciale opleiding samengesteld. “Waarbij hoe je in het leven staat belangrijker is dan de vooropleiding die iemand genoten heeft”, aldus Helma Scholten, projectleider vanuit de gemeente Twente. Het is bovendien een gepersonaliseerde leerroute waarin iedere Medewerker Mooie Dag zijn eigen weg en tempo kan bepalen.” “Ook zijn voor deze functie andere dan vaak gebruikelijke competenties belangrijk”, vult Manon aan. “De glans in iemands ogen, warmte en flexibiliteit: om dat te kunnen beoordelen hebben we iedereen persoonlijk gesproken en geen selectie op basis van brieven gedaan.”
Een fikse klus, want de belangstelling voor de functie was groot. Manon: “Binnen twee weken hadden we 600 reacties van kandidaten binnen. Het leuke is dat 95% daarvan geen verleden had met de zorg, maar voorheen in andere sectoren werkte of vanuit een niet-werk situatie kwam.”
Wat kunnen we van deze casus leren? Manon: “Zorg dat je een visie hebt waar je naartoe wilt en wees flexibel in de weg ernaartoe. Zorg ook dat je een goede relatie hebt met zorginstellingen. Zij hebben immers de banen. En geef vooral niet op. Het is een kwestie van geduld. Zo zijn wij nu twee jaar bezig, maar komen uiteindelijk tot mooie resultaten, ook in aantallen.”
Centraal in de eerste gespreksronde stond de vraag waar deelnemers van de landelijke bijeenkomst in de uitvoering van Perspectief op Werk tegenaan lopen. Opdracht was zowel de positieve elementen (concreet werkende voorbeelden) als minder positieve elementen (wat werkt niet) te benoemen. Aansluitend kwam de vraag aan de orde wat deelnemers nog nodig hebben om de doe-agenda verder uit te voeren. De belangrijkste conclusies:
Tijdens de tweede ronde gingen de deelnemers met elkaar in gesprek over welke stappen er nodig zijn om de borging van Perspectief op Werk te regelen. Hoe worden we ervoor dat de geleerde lessen, de energie en het momentum behouden blijven, ook als het programma straks officieel ophoudt? De belangrijkste conclusies:
Hoe nu verder, nu PoW officieel gaat stoppen? Wat zijn de lessons learned? Anton van Doorn, Projectcoördinator Perspectief op Werk Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht deed na afloop van de bijeenkomst een voorzet.
“In het eerste jaar lag de focus vooral op de organisatie en minder op het doen. Nu maken we meer vaart en is het zaak door te pakken via bestaande structuren, en nieuwe acties te integreren met wat we al hebben. Verder constateer ik dat er vaak overlap zit in wat wij als kansrijke sectoren zien. Daar is versterking goed mogelijk. Uiteraard is ook commitment op bestuurlijk niveau belangrijk. In de uitvoering gaat het goed, maar PoW mag nog wel wat meer op de agenda van bestuurders komen. Het is bovendien goed om wat ‘strategie’ aan onze acties toe te voegen: daar hebben we bestuurders voor nodig. Als we met elkaar die stip op de horizon zien geeft dat een extra impuls voor ons handelen. Ook heeft PoW ons geleerd dat ontschot budget veel kan opleveren. Aan ons de taak dit mee te nemen in toekomstige plannen. Het leidt immers tot innovatieve arrangementen en daar profiteert iedereen van. Ten slotte blijf ik ervoor pleiten de samenwerking zo breed mogelijk te maken. Dus ook met de SBB, om maar wat te noemen, scholen en leerwerkloketten.