Jeugdhulp
Jeugdhulp
Noord-Nederland
8 oktober 2018
Onder de loep
Groningen | Eerste hulp bij ADHD
Druk en dwars gedrag onder kinderen van 6-12 jaar wordt onnodig vaak gemedicaliseerd. Terwijl het effectiever is én voor het zelfbeeld van het kind beter om ouders en leerkrachten te leren ermee om te gaan.
Vooroordelen genoeg over ADHD. Het zou erfelijk zijn (daar is de wetenschap niet over uit), zou druk gedrag veroorzaken (het is alleen de naam die we eraan gegeven hebben) en zou te verhelpen zijn met medicatie die ook de schoolprestaties zou verbeteren (volgens recente onderzoeken niet gegarandeerd). Bovendien krijgen kinderen krijgen de diagnose ADHD steeds makkelijker. Dat stelt Druk en Dwars, een initiatief van de Hanzehogeschool, de Rijksuniversiteit Groningen en 6 Groningse gemeenten om die trends tegengaan.
“We zijn niet tegen medicatie an sich, wel tegen het gemak waarmee het voorgeschreven wordt,” stelt universitair hoofddocent Laura Batstra. “We staan een pedagogisch-sociologische visie voor.” Ten eerste middels hulp aan leerkrachten en cursussen voor ouders. Daarvoor is geen kind-gebonden psychiatrische diagnose nodig. “Voorheen was hulp zonder diagnose vloeken in de kerk. Je moest eerst precies weten wat er met een kind aan de hand is. Alsof een label je dat vertelt. Voor ouders biedt zo’n label weliswaar houvast: het lijkt te verklaren waarom hun kind lastig en druk is. Maar dat is onterecht én geeft het kind onnodig het idee: jouw hersenen zijn ziek.”
Voor de leerkrachten is er zelfhulpmethode Druk In De Klas (VU). Ouders krijgen een groepscursus aangeboden met tips te krijgen over opvoeding, zelfzorg en omgaan met lastig én gewenst gedrag. Huisartsen kunnen hiernaar doorverwijzen.
“Ten tweede willen we druk en dwars gedrag weer normaliseren, want onder de sociale druk van de maatschappij om ons mooi te presenteren, erkennen we te weinig dat opvoeden nu eenmaal soms ook worstelen, aanklooien en zwaar is. Dat hoeft niet perse ADHD te zijn.”
Tips voor ambtenaren
- Geïnteresseerd voor jouw gemeente? Je kunt deelnemen aan een ouderbegeleidingscursus van Druk en Dwars en zien of het wat voor je is.
- Zet je ook zo’n oudercursus op, laat huisartsen dan daarnaar verwijzen. Zo voorkom je mogelijk onnodige medicatie.
- Benader pedagogisch onmachtige ouders die je moeilijk op cursus krijgt individueel.
Reactie
“Mag breder opgezet”
“Dit is een toegankelijke manier om het over ADHD te hebben. Ze hebben goed gekeken waar de problematiek vandaan komt. Deze aanpak zou van mij breder opgezet mogen worden, ook buiten Groningen dus. Assen wil graag investeren in voorliggende veld, daar is dit ook interessant voor. Verder ben ik benieuwd hoe we de psychiatrie erbij kunnen betrekken.”
Ammer Dragstra (gemeente Assen)

Onder de loep
Groningen | Handen ineen voor stabiele pleegzorg
Geen kastjes, geen muren, geen concurrentiestrijd tussen instellingen. De Groninger gemeenten kennen één loket – simpelweg Het Loket genaamd – voor alle pleegouders in de regio. Zij krijgen nu heldere en eenduidige informatie.
De gemeenten willen de pleegzorg efficiënter en aantrekkelijker maken voor pleegouders en daarmee meer breakdowns – overplaatsingen na mislukking – voorkomen. Door kennis te bundelen en te delen, kunnen ze pleegouders beter informeren. Dit in de hoop ze hiermee handvatten aan te reiken om met een pleegkind door te gaan in plaats van op te geven bij problemen.
Samenwerkende partijen zijn het William Schrikker Pleeghuis, Leger des Heils, Timon en Elker. Zij voeren gezamenlijk het Transformatieplan uit van de RIGG (Regionale Inkooporganisatie Groninger Gemeenten). Zij werken geheel vanuit het belang van de jongere samen voor één doel: ze gunnen samen, werken samen het plan uit en hebben samen het loket opgezet. Om elkaar zo te kunnen vertrouwen, is geïnvesteerd in elkaar beter leren kennen. In de toekomst willen ze nog meer samenwerken, onder andere in de werving van nieuwe gemeenten. “Dan hoeven niet alle organisaties één voor één informatie te geven”, verklaart Peter Smorenburg, unithoofd pleegzorg bij Elker.
Behalve informatie willen de organisaties ook ondersteuning bieden aan de pleegouders, het kind, de kinderen van de pleegouders en de biologische ouders van het kind. De draagkracht van de betrokkenen wordt zo vergroot, wat de kans op een breakdown verder verkleint. De partijen bekijken nog welke potjes hiervoor aangeboord kunnen worden. En voor alle pleegouders is er al de Stichting Pleegwijzer als belangenbehartiger. De werkwijze liep vooruit op de plannen van minister Hugo de Jonge, die het element van onderwijs nog toevoegde.
De Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt de werkwijze van de RIGG. Hieruit blijkt dat het aantal breakdowns inderdaad daalt. Smorenburg: “Er zijn pleegouders die zeggen: als ik dit twintig jaar eerder had geweten, had ik minder kinderen over laten plaatsen.”
Tips voor ambtenaren
- Gun elkaar als organisaties wat en werk vanuit vertrouwen. Tast elkaar hiervoor eerst af.
- Heb plezier in de samenwerking en zie elkaar niet als concurrenten.
Reactie
‘Centraal punt moet bij ons ook kunnen’
“In de Gooi- en Vechtstreek staat pleegzorg ook hoog op de agenda. Ik zie het voorbeeld van Groningen ook wel bij ons werken: expertise delen, centrale aanvraag, aanvullende ondersteuning. We hebben met dezelfde organisaties te maken, dus wanneer ze daar kunnen samenwerken, moet dat hier ook kunnen. Ik wil nog wel uitzoeken hoe het grijze gebied tussen gezinshuis en pleegouders is. Ik hoor dat er weglek naar de gezinshuizen is, omdat de regels gemakkelijker zijn en de betaling gunstiger. Als dat zo is, moeten we dat verbeteren.”
Iny Bosdriesz (BEL Combinatie – Blaricum, Eemnes, Laren)

In het kort
Leeuwarden | Opvoedvragen? Even naar het Opvoedpunt!
De GGD in Leeuwarden heeft een nieuwe, meer toegankelijke plek voor opvoedkundige vragen. In het eerste jaar wisten al duizend ouders dit zogenoemde Opvoedpunt te vinden. Mede dankzij slimme communicatie: op plaatsen waar ouders al veel komen, via huis-aan-huisbladen, via Facetime, op social media én met ouderwetse borden langs de weg. De boodschap wordt bewust licht gebracht. “Het moet laagdrempelig zijn, zodat mensen weten dat ze met álle opvoedvragen bij ons kunnen komen”, vertelt Marjon Dral, pedagoog bij Opvoedpunt Leeuwarden. Vaak is de drempel voor ouders om hulp in te schakelen groot. Al helemaal bij familie of vrienden.
Het Opvoedpunt vervangt het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in Leeuwarden. Dat had geen fysieke locatie, maar was een organisatorische samenwerking. Ouders misten echter een plek waar ze naartoe konden. Behalve dat ze nu het Opvoedpunt of het inloopspreekuur kunnen bezoeken, kunnen ze ook thuisbezoeken van de pedagogen krijgen. Dat inwoners van Leeuwarden het Opvoedpunt inmiddels goed weten te vinden, is mede te danken aan de betrokkenheid van een communicatieadviseur die de doelgroepen gericht benadert.
Tips
- Bepaal goed de boodschap en de vorm.
- Zoek ouders op waar zij komen. Zoals op scholen, bij de kinderopvang, bij gastouders, in de sporthal.
- Gemeenten willen gekwantificeerd zien hoeveel specialistische zorg wordt bespaard. Verzamel hiervoor feiten en zet ook storytelling in.
In het kort
Enschede | Zorg naar het kind, in plaats van andersom
Op zes scholen in Enschede lopen sinds dit schooljaar dagelijks jeugdhulpverleners rond. Zo kunnen zij, in overleg met school en ouders, sneller en meer preventief problemen aanpakken. Dat verkleint de kans op latere zware, dure ondersteuning. En het mooiste: kinderen zien niet of ‘meester Piet’ nou hulpverlener is, of een gewone onderwijzer.
“Ze hoeven niet meer na school met een busje ergens naartoe, het wordt veel laagdrempeliger voor ze,” vertelt Linda Kuiper van de gemeente Enschede. “We brengen de hulp naar de school, de ouders en het kind, in plaats van andersom.” Een nauwere samenwerking, dus. Ook met de gemeente. “We hebben ervan geleerd dat gelijkwaardigheid belangrijk is voor gedeeld eigenaarschap. Voorheen stelden we subsidieregels op en gaven een beschikking af als een jeugdhulpaanbieder daaraan voldeed.”
Nu wordt hun plan en aanvraag gesteund door de deelnemende school en denken de jeugdhulpaanbieders direct mee over hoe de beschikking eruit kan zien. Zo kunnen ze het gezamenlijk ontwikkelen.
Tip
Benader je partners als gelijkwaardig en zorg zo voor draagvlak en gedeeld eigenaarschap.
In het kort
Almere | Minder 24-uurszorg door partnerschap
In Flevoland trekken gemeenten en zorgaanbieders gezamenlijk op en betrekken ook de wetenschap bij de 24-uurszorg. Eén op de vijf kinderen met jeugdhulp woont er buitenshuis: twee keer zoveel als landelijk. Hogeschool Windesheim Flevoland onderzocht waarom.
“Bijzonder is hoe gedragsdeskundigen van zorgaanbieders actief hebben meegewerkt”, vertelt Jan Pieter Kleijburg namens de Flevolandse gemeenten. “Hierdoor konden zij de aanbevelingen meteen in praktijk brengen via actiegericht leren.”
In sommige dossiers ontbrak een goed beeld van oorspronkelijke hulpvraag, in andere gevallen hadden kinderen goed te behandelen problemen die niet werden aangepakt. Kleijburg: “De zorgaanbieders zijn nu voortvarend bezig met verbeteringen.” Zo krijgen hulpverleners een kaartje met vragen om zichzelf te stellen bij gesprekken met jeugdigen die zijn verwezen naar de 24-uurszorg.
De regio ontwikkelt ook alternatieven voor verblijfszorg, zoals betere gezinsbehandeling of pleegzorg. “Je hoort wel zeggen dat decentralisatie een verkapte bezuiniging is. Dat is het niet: dit gaat echt om verbetering van de jeugdhulp. We hebben gemerkt dat meerjarig partnerschap met aanbieders veel meer oplevert dan jaarlijks als opdrachtgever contracten sturen.”

Tips
- Jaarcontracten sturen leidt tot onzekerheid bij aanbieders. Bouw liever samen over meerdere jaren iets op.
- Betrek de wetenschap bij je plannen.