Participatie / Werk en Inkomen

Participatie / Werk en Inkomen

Zuid-Nederland

1 oktober 2018

Onder de loep

Helmond | Op de Herstelacademie is iedereen gelijk

Mensen met problemen? Die verdienen een behandeling. De praktijk leert echter dat niet iedereen daarmee is geholpen. Verslaafden zijn al zo vaak opgenomen, veel verwarde mensen zijn nauwelijks te raken. Voor hen is Nei Skoen een dankbaar én effectief alternatief.

Tom, een van de oprichters van de herstelacademie in Helmond, maakte in 2014 een studiereis naar een van de Recovery Colleges die Engeland rijk is. Het idee erachter? Deelnemers sterken zich door educatie tussen mensen met gelijksoortige ervaringen. Tom: “In een omgeving waarin iedereen gelijk is. En waar je van de ene op de andere dag van dakloze in kunstenaar kan veranderen.”

Thuis in Helmond wilde hij meteen een eigen herstelacademie beginnen. Dat lukte vanuit een aanbesteding van de gemeente Helmond voor zelfhulp en ervaringsdeskundigheid voor kwetsbare inwoners. De buurt – in Mierlo-Hout – stribbelde aanvankelijk nog tegen: ‘Hier geen verslaafdenopvang!’ Een afspraak om eens per twee weken overleg over overlast te hebben, klaarde de lucht. Het eerste overleg duurde welgeteld drie minuten. Het volgende vond pas een paar maanden later plaats. En sinds deelnemers van Nei Skoen de tuinen opknappen, is er nooit meer overleg. Sterker nog, inmiddels komen er op woensdagmiddag kinderen zingen.

Bij Nei Skoen worden geen moeilijke vragen gesteld. Dus niet: ‘Moet jij niet eens minder drinken?’ Wel: ‘Wat zou je willen doen?’ Precies zoals de Wmo het bedoelt. Dus maakt de een kunst en de ander muziek. De derde volgt een cursus ervaringsdeskundige, de vierde komt voor de koffie. Dat houdt deelnemers van de straat. En dan drinken of gebruiken ze vanzelf niet, want dat is verboden bij Nei Skoen.

Is het niet allemaal erg vrijblijvend? De gemeente Helmond steekt immers geld in het project? Daniela Niderost van diezelfde gemeente: “Zeker niet. We willen echt dat het werkt. Daarom hebben we ook het Lectoraat Sociale Veerkracht Fontys, een onafhankelijke partij, benaderd om onderzoek te doen naar hoe het geld gebruikt wordt.”

Onderzoeker Joyce Thai-Mols volgt de deelnemers nu anderhalf jaar op de voet en zegt: “Op het gebied van vrijetijdsbesteding, verbeterde netwerken en nieuwe relaties zien we een duidelijke stijging.” Wat heet: het eerste Nei Skoen-huwelijk staat zelfs al op stapel.

Tips

  • Maak medewerkers in de GGZ duidelijk dat een vrijplaats als Nei Skoen geen bedreiging voor ze is: daar vindt immers geen begeleiding of behandeling plaats.
  • Ook van plan een zelfhulpplaats voor kwetsbare inwoners te openen? Laat je inspireren via www.neiskoen.nl.

Reactie

‘Motortje om het anders aan te pakken’

“Ik sprak Tom net nadat hij in London was geweest. Hij zag er hoe een dakloze tot kunstenaar werd gebombardeerd. Die verandering brengt zoveel positiefs teweeg. Kunstenaars denken überhaupt meer in kansen dan in problemen. Die zien ze vaak niet. De GGZ ontdekt ook steeds meer dat je via kunst een ander perspectief krijgt. Je geeft mensen een motortje om dingen anders aan te pakken. Dan valt er iets van ze af zonder dat ze het over hun  problemen hebben gehad.”

Warner Werkhoven (Kunstloc Brabant Senior Adviseur)

Onder de loep

Amsterdam | Gezin centraal werkt domein-overstijgend

Amsterdam is de transitie van het sociale domein goed doorgekomen. Maar bij die transitie is zo sterk gefocust op het bieden van continuïteit van zorg, dat er geen ruimte was om het systeem fundamenteel anders in te richten.

In Amsterdam draaide een pilot om de specialistische jeugdzorg beter te laten aansluiten op de leefwereld van cliënten, vertelt Kiran Shriemisier, projectmedewerker van Spirit Jeugdhulp. “Onderdeel daarvan is dat je heel nadrukkelijk vraagt wat de jongere (of het gezin) zelf wil: wat biedt perspectief? Vervolgens is de vraag: wat kan iemand zelf? Met acties op korte termijn en op lange termijn. Hiermee stimuleer je eigen kracht. En dan hoop je op doorbraken.”

Het plan is de basis, stelt Shriemisier. Dat is domein-overstijgend “Als begeleider ben je de leeuw van het plan. Daar ga je voor staan. Je moet ervoor zorgen dat het wordt uitgevoerd zoals het gezin dat wil. Maar er zijn partners die eraan sjorren. Soms zit ik met elf ketenpartners aan tafel: van de Wmo, de leerplichtambtenaar, Jeugdhulp…”

Daarnaast hanteert Shriemisier nog een ander lijstje om domein-overstijgend te werken, de Big 5 van bestaanszekerheid: 1) Support – hoe is het gesteld met het netwerk, 2) de woonsituatie, 3) dagbesteding, 4) financiën en 5) gezondheid. “Als die domeinen niet op orde zijn levert dat veel stress op. Per domein kijken we hoe de huidige situatie is en wat de ideale situatie is. Daar knopen we acties aan vast. Dat biedt overzicht voor de jongere zelf.”

De jeugdhulpverlener schakelt tussen verschillende rollen. Als er veel ketenpartners zijn, dan voert hij de regie. Als er acute actie wordt gevraagd komt hij in een uitvoerende rol. En hij is de coach die naast de cliënt gaat staan als deze zelf iets gaat doen. Het is een werkwijze die ook bij buurtteams past.

Het werkt, maar er is nog veel te doen, stelt Judith Suurmond, programmamanager hervorming zorg bij de gemeente Amsterdam. “Een plan maken is niet zo ingewikkeld, maar in je eigen organisatie krijg je al snel te maken met kritische collega’s. En buiten je eigen organisatie schermen ketenpartners met regels. In een pilot is iedereen enthousiast. Maar implementeren betekent afscheid nemen van heilige huisjes. Dat is ingewikkeld en tijdrovend.”

Tips

  • Verminderen van stress werkt. Aandacht voor de Big 5 geeft overzicht en daarmee rust voor het gezin en de jeugdige.
  • Laat de jeugdige en het gezin in gesprek gaan over hun toekomstwensen en toekomstplan.
  • De bedoeling van de wet geeft veel ruimte. Als betrokken hulpverleners de ruimte in de wet durven te gebruiken, lukt het goed om samen maatwerk te leveren.

Reactie

‘De professionals moeten de doorbraken realiseren’

“Domein-overstijgende oplossingen gaan buiten de gebaande paden. Maar deze nieuwe manier van werken is wel de nieuwe weg in het sociaal domein. Wij doen zelf onderzoek in wijkteams naar wat nodig is bij onze inwoners. Maar dat is hard werken. Het zijn de professionals die de doorbraken moeten realiseren.”

Jacques van de Ven (manager kwaliteit en ontwikkeling bij Stichting Jeugdteams Zuid-Holland Zuid)

In het kort

Den Haag | Den Haag rolt rode loper uit voor sociale ondernemingen

Met het Actieprogramma Sociaal Ondernemerschap werkt de gemeente Den Haag aan een socialere lokale economie. Dit doet de gemeente door succesvolle sociale ondernemingen uit andere regio’s actief te benaderen met de vraag of ze een franchise of vestiging in Den Haag willen starten.

De gemeente faciliteert die start met een Social Impact Lab met zogeheten ‘versnellingstafels’. Aan elke tafel zit een team van professionals met vertegenwoordigers van de gemeente Den Haag, banken, fondsen en sociale verbinders, ieder met een eigen expertise. De ondernemer wordt direct geholpen met een roadmap. Ook worden contacten gelegd per mail en telefoon.

“Den Haag doet dit voor bedrijven die een bijzondere impact hebben op de werkgelegenheid en op het milieu. We rollen als het ware de rode loper voor ze uit”, vertelt Edgar Oomen van Richting-gevers, dat de gemeente Den Haag hierbij adviseert.

De sociale impact is groot, zegt hij. “Het actieprogramma heeft al voor honderden banen gezorgd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld door de komst van restaurant Rebelz. Daar doen twaalf vrouwen die uit detentie komen werkervaring op en stromen vervolgens door naar andere horecagelegenheden. En bierbrouwerij De Prael zorgt jaarlijks zelfs voor 100 arbeidsplekken.”

Tips

  • Wees bewust van het type ondernemers dat je zoekt voor je stad of arbeidsmarktregio en wat je hen concreet kan bieden.
  • Help deze ondernemers door de gemeentelijke dienstverlening te ontsluiten.
  • Zorg dat de markt haar rol in de financiën kan pakken.
  • Zorg voor perspectief voor de doelgroep.

In het kort

Helmond | Klussenteam Buiten versnelt inburgering

Vierentwintig statushouders voeren in Helmond wijkgerichte klussen uit rondom woningen van hulpbehoevende inwoners. Mbo- en hbo-studenten lopen ook mee, onder meer om taalproblemen te ondervangen. Bij het project werken LEVgroep, Senzer de gemeente Helmond en Werkvloertaal samen.

Normaal moeten statushouders wachten tot het inburgeringstraject is afgesloten. In Helmond niet. Het Klussenteam Buiten is rondom de inburgering georganiseerd. De statushouders leren veel over de Nederlandse cultuur en werknemersvaardigheden. Fijne bijkomstigheid: hun zichtbaarheid in de wijken neemt vooroordelen weg.

De statushouders willen zich nuttig maken, maar spreken de taal niet, legt Margriet Swinkels van de LEVgroep uit. “Door twee dagdelen per week activiteiten te verrichten voelen ze zich nuttig. Door het in groepsverband te organiseren blijft de begeleiding beperkt en dus betaalbaar.”

De eerste resultaten zijn positief. “De statushouders zijn vrolijk en voelen zich nuttig. Op jaarbasis kunnen we er 25 plaatsen. Veel stromen door naar een baan. De resultaten zijn zo goed dat we komend jaar doorgaan.”

Tip

Denk creatief. Wachten totdat het inburgeringstraject is afgesloten is niet altijd nodig voordat je met statushouders aan de slag kunt.

In het kort

Venlo | Geen dagbesteding, maar werkervaring in Team 12

Jongeren die het speciaal onderwijs verlaten worden vaak doorverwezen naar dagbesteding. Terwijl ze zich best nog kunnen ontwikkelen.

In Venlo zijn Mee Limburg, onderwijsgroep Buitengewoon en de gemeente Venlo voor twaalf inwoners tussen de 16 en 30 jaar gestart met een traject bij voetbalclub VVV-Venlo onder de naam ‘Team 12’.

“De jongeren zijn drie dagdelen per week in het stadion”, vertelt Ed Noordhuis van de gemeente Venlo. “Met ondersteuning van een trajectbegeleider en een werkcoach leren ze op tijd te komen, zich representatief op te stellen, vriendelijk te zijn tegen mensen en ervaren ze wat een werkbespreking is. In de middag helpen ze bij vrijwilligersorganisaties, bijvoorbeeld bij sportevenementen.”

De jongeren maken snel stappen, merkt Noordhuis. “We zijn begin 2018 gestart en merken dat sommigen al doorstromen naar bijvoorbeeld de horeca. Maar het gaat ons er niet om hen naar werk toe te leiden. Het gaat erom de jongeren op de juiste plek te krijgen, zodat ze maatschappelijk participeren.”
En ja, er zit een soort wederkerigheid in. “Als de jongeren het een maand goed doen bij VVV, dan krijgen ze een trainingspak in bruikleen. Doen ze het drie maanden goed, dan mogen ze het trainingspak houden.”
Het werkt. Er wordt al nagedacht over uitbreiding van het project met nieuwe doelgroepen.

Tips

  • Sluit aan bij de dromen van jongeren. Wil iemand piloot worden, kijk dan of er bij de lokale zweefvliegclub activiteiten zijn.
  • Focus niet op uitstroom naar betaalde arbeid, maar focus op gelukkig zijn op de juiste plek.

In het kort

Noord-Brabant | Camping Kafka

Gescheiden vaders, arbeidsmigranten, zzp’ers, alleenstaande moeders, dementerende ouderen, mensen met schulden. Het waren de bewoners van de beruchte camping Fort Oranje. Camping Kafka onderzoekt met campingbewoners, beleidsmakers, onderzoekers en kunstenaars hoe het anders kan.

Wat begon als artistieke interventie is inmiddels een voorbeeld van integraal werken. “Camping Fort Oranje was extreem. Maar op alle recreatieterreinen wonen mensen die vastlopen in onze samenleving. Ze kunnen op de woonmarkt geen plekje vinden”, vertelt initiatiefnemer Klaas Burger van de Academie voor Beeldvorming.

Wonen op vakantieparken is verboden. Voor wie daar toch woont groeit de afstand met de gereguleerde samenleving. Inschrijving in de basisregistratie lukt bijvoorbeeld niet altijd. Het CBS houdt over deze mensen geen cijfers bij. Alleen als het mis gaat zie je dit terug in handhavingsstatistieken. Media en politiek praten daarom over vakantieparken als criminele broeiplaatsen in het buitengebied.

Camping Kafka zet daar een ander beeld tegenover. Burger: “We hebben een aantal beeldende en theatrale werkvormen ontwikkeld waarin je kennismaakt met de leefwereld op campings. Elke werkvorm leidt terug naar de kern: hoe kan dit vraagstuk op een meer preventieve manier worden behandeld?”

Tips

  • Denk vanuit verschillende perspectieven na over preventie.
  • Aarzel niet om daar onconventionele werkvormen bij te gebruiken.

Navigatie