Stem van de jongeren en de ouders

Leuk en heel leerzaam, al die professionals bij elkaar, die nadenken over passend onderwijs. Maar voor wie doen we het ook alweer? En waarom? Het woord is aan een aantal ervaringsdeskundigen.

‘Ik ben geen papiertje’

“Rond mijn dertiende kreeg ik last van narcolepsie, een slaapziekte. Ik kreeg medicijnen en had overdag twee korte slaapjes nodig. Van de reguliere havo-vwo school, waar ik op zat, kon ik beter naar het speciaal onderwijs, werd mij meegedeeld. Ik was heel boos. Ze namen het besluit zonder met mij te praten en ik kreeg niet eens de kans het te proberen. Ze zagen me als een papiertje. Maar ik ben geen papiertje. Ik ben een gewoon mens! Ik had een hoge cito-score, dus aan mijn intelligentie ligt het niet. De overgang naar speciaal onderwijs vond ik erg heftig, met kinderen in rolstoelen met soms ernstige aandoeningen. Ik heb er ook veel van geleerd. Bijvoorbeeld dat deze kinderen ook heel veel kunnen. Het speciaal onderwijs heeft ook voordelen. Er is veel meer aandacht voor de groep en ze houden rekening met mij. Mijn advies aan scholen met een leerling met slaapziekte: biedt extra ondersteuning, betrek er een expertisecentrum voor narcolepsie bij en de leerling zelf.”

Feetje

Doet dit jaar eindexamen havo aan een school voor voortgezet speciaal onderwijs

De jongere

De ouder

‘Horen is nog geen luisteren’

“Mijn zoon Thijs kan van 9.00 tot 13.00 uur naar de basisschool, maar moet daarna naar huis om te rusten. Vanaf 15.30 zou hij weer naar school kunnen. En hoewel hij slim genoeg is, lukt het mij niet om dat binnen het onderwijs geregeld te krijgen. Een schooldag duurt tot maximaal 15:30 uur. Maak onderwijs passend naar de behoefte van Thijs. Dat recht heeft hij.”

“Mijn dochter Britt gaat naar de basisschool. Er komt nu niet uit wat er in zit omdat school niet erkent dat Britt ondersteuning nodig heeft. We hebben al vaak met school en onze professionals gesproken om erkenning te krijgen voor haar behoefte aan ondersteuning. School neemt dat nog niet serieus. Ouders denken ook in oplossingen. Stel je als school daarvoor open. Daar valt echt nog winst te behalen.’’

Mira

Directiesecretaresse/projectcoördinator en moeder van Britt en Thijs (en Anouk)

‘Kijk niet naar labels en stempels’

“Ik praat graag en enthousiast. Maar op school werkte dat averechts. De meeste leraren vonden mij maar moeilijk. In groep 7 had ik zelfs een docent die zei: ‘Over 15 jaar houdt Hicham bij de gemeente zijn hand op’. Die opmerking voel ik nu nog. Zo ontkracht je een kind. Terwijl ik graag wilde leren. Wat je als docent vooral niet moet doen is talenten ontkennen. Kijk als leraar naar het leven van een kind, niet naar labels en stempels. En stel dan met het kind samen doelen. Die mogen best scherp zijn. Een kind houdt van uitdagingen.”

Hicham

Volgde 8 jaar basisschool, doet nu opleiding versneld traject 2e leerjaar mbo sociaal cultureel werk

De jongere

De ouder

‘Ik wil  dat mijn kind perspectief krijgt’

“Mijn kind is nooit naar school geweest. Zelfs in het speciaal onderwijs past hij niet. Myo heeft moeite met het reguleren van zijn emoties, vooral als hij het overzicht verliest. Het enige dat ik wil is dat mijn kind perspectief krijgt. Maar dat is blijkbaar heel ingewikkeld. Het onderwijs luistert te weinig naar de ouders. Soms meldde ik Myo ergens aan en zei de school: ‘We gaan eerst zelf observeren’. Dan zat ie binnen een mum van tijd weer thuis. Terwijl ik van tevoren al had aangegeven wat hij nodig had. Thuis zorg ik voor zoveel mogelijk structuur en zo min mogelijk prikkels. Thuis gaat goed. Maar hij heeft het gevoel dat hij weinig perspectief heeft, terwijl het een heel intelligent en leuk kind is. Helaas lukt het niet in het regulier of speciaal onderwijs om dat tot bloei te brengen. Hij loopt nu stage, en daar gaat het fantastisch. Nu het onderwijs nog…”

Dineke

Moeder van Myo (16 jaar), werkt als consulent

‘Ik wilde gewoon gezien worden’

“In groep 7 werd ik onderzocht op ADHD. Ze konden dat niet vaststellen, maar er kwam wel uit dat ik hoogbegaafd ben. Zonder toestemming ben ik toen van school gestuurd; die directeur wilde gewoon geen kind met problemen. Dat was zo’n shock, daar heb ik jaren last van gehad. Ik was zo kwaad. Ik ben daarna wel naar het regulier voortgezet onderwijs gegaan, maar ik liep vast. Niemand vroeg: ‘Wat is er met je? Wat kunnen we voor je doen?’ Totdat een ambulant begeleider in de bovenbouw mij echt zag, en oprechte betrokkenheid toonde. Ik wilde gewoon gezien worden. Een begeleider hoeft niet veel te doen, luisteren is al genoeg.”

Jardel

Doet nu versneld de opleiding mbo ICT

De jongere

De ouder

‘Niet kinderen passen maken, maar onderwijs’

“Onze lieve zoon Kubo van 15 heeft een handicap en praat moeilijk. Probeer dan maar eens met een puber te dealen… dat is soms uitdagend. We wilden hem graag op school hebben met kinderen uit de buurt, zodat hij van hen kon leren en zij van hem, van zijn doorzettingsvermogen.

We vroegen de school beleefd om ongelijke behandeling en inclusie. Daar heeft elk kind recht op. Niet alle kinderen zijn hetzelfde, het is niet erg als sommige wat anders doen. Dat is onze visie. Het liep anders, heel triest. In groep 6 bleek, hoewel hij volgens ons sociaal goed aansloot, dat de school vond dat hij er niet paste. Het gaat mij er niet om met een beschuldigende vinger naar de school te wijzen. Het cruciale probleem is dat een school zich in een geval als dit handelingsverlegen mag noemen en een kind mag wegsturen. Dat staat lijnrecht tegenover het recht op inclusie. We moeten niet kinderen passend maken, maar het onderwijs. Na al die jaren vechten voor Kubo, beseften we: wij kunnen dit systeem nog niet omdraaien. We kunnen alleen het blije familieleven voortzetten.

Kubo vroeg nog lang wanneer hij weer naar school mocht. En of oud-klasgenoten wilden afspreken. Maar vriendschappen verwaterden. Hij voelde zich schuldig, dacht jarenlang dat het aan hem lag. Ik probeer hem het tegendeel te laten begrijpen: dat hij juist heel erg zijn best doet.”

Jana

Heeft twee kinderen en is werkzaam in het onderwijs